De glorievolle eik
Dario Fo (°1926) is een Italiaans regisseur, acteur en toneelschrijver. Hij wordt wel de 'meest getalenteerde politieke clown van Europa' genoemd; een rebel, maar ook een cabaretier, een minstreel en bovenal een nar. Een nar, die zijn narrige boodschap in een lach verpakt, maar daarom niet minder serieus genomen hoeft te worden. Hij begon zijn theatercarrière met satirische
revues voor kleine cabarets en vormde vervolgens met zijn vrouw Franca Rame de theatergroep Nuova Scena (Nieuwe Scène), die aanvankelijk onder auspiciën van de Italiaanse communistische partij opereerde. Zij speelden in fabrieksloodsen, in hallen, in arbeidershuizen, vrouwenhuizen... waar niet? En steeds waren duizenden arbeiders en mensen die onderaan de sociale ladder stonden, zijn gehoor. Hij nam het voor hen op, bemoedigde hen en liet hen via het theater de werkelijkheid beter begrijpen.
Daarbij baseerde hij zich op de aloude commedia dell'arte, het geïmproviseerde theater dat naast komisch vermaak en potsenmakerij ook en vooral afrekende met de heersende klassen, met regenten en hoogwaardigheidsbekleders. Eén van Fo's bekendste werken is "Mistero Buffo" (1969) en "Ballade van de grote en de kleine poppen" (1968) waaruit dit lied komt.
De glorievolle eik van de keizer is aan 't vallen
Wie had dat kunnen vermoeden
Geen gezwollen stroom, geen orkanen hebben zijn wortels
En zijn zware stam versplinterd
Maar 't zijn de mieren, miljoenen mieren
Die geduldig zonder verpozen aan hem knaagden
Jaar in jaar uit
Weldra horen wij 't gekraak en de dreunende bons weerklinken
En de lucht wordt verduisterd door de dwarreling van het stof
Als een laatste vloek
En de kleine planten van de wereld zullen eindelijk de zon zien stralen
Laat je hoofden niet nijgen gezellen
Geef de moed niet verloren
Nee we zijn niet alleen om te strijden
Een wereld staat aan onze zijde
Een wereld van hongerende slaven
Een wereld van zwarte miserie
Van uitgezogen proletaren
Een wereld van strijdende scharen